Dag Herman,
Vandaag geven veel meer vensters ons een blik op de wereld dan in 1964. Er zijn nog steeds grote vensters die 24/7 live uitzenden. In deze vreemde lente was het ontluiken van de witte bloemen van de grote seringenboom nooit eerder zo fascinerend. De tuin wordt met de dag groener en samen met de seringen zorgen de ligusters voor een zwoele, bijna zomerse geur. De verstilling is zichtbaar. De vogels zijn veel nadrukkelijker aanwezig en de lucht is egaler en blauwer. Overdag is er veel meer geroezemoes van spelende kinderen, pratende mensen en de beiaard op de achtergrond. Geen onafgebroken stroom van ronkende motoren, gierende remmen, toeters. Af en toe een paar auto’s die uiteraard enkel essentiële verplaatsingen maken. Dat ene vliegtuig verstoort even de rust die sneller went dan gedacht. De nieuwe, kleine venstertjes eisen de aandacht dwingender op. Ze verstoren de rust door ons een kijk te geven op de wereld buiten onze muren.
Elke dag, iets na elven melden ze ons wat de cijfers van de dag zijn. Het zijn cijfers waarachter veel leed en verdriet zit, onzichtbaar vanachter onze vensters. Die opdringerige venstertjes laten zien wat er ver van ons maar zo dichtbij gebeurt. Tegelijk staan ze in voor de broodnodige contacten met dierbaren. Vanuit onze zetel, van aan de keukentafel, van op het terras zitten we achter onze venstertjes om pa en ma, de zoon en zijn aanstaande te bezoeken, om het verjaardagsfeest van zoonlief en kleindochter te vieren. Enthousiast om het terugzien maar hunkerend naar die echte kus, die warme knuffel, de geur van aftershave of het vleugje parfum dat we nu moeten missen. Want het was er ineens, die inperking van onze vrijheid en daarbij kwam de angst om te besmetten of besmet te geraken. Ondertussen voelt het aan zoals wanneer je iets breekt. Het ene moment kon je nog alles doen en het volgende moment zit of lig je daar met een verzwaarde voet, arm, been. Je moet gaan nadenken hoe je je leven for the time being moet gaan organiseren. Waar heb je de meeste behoefte aan?
Wat ga ik doen met al die tijd? Je valt in een andere plooi, in een soort van parrallelle realiteit die stilaan het nieuwe gewoon wordt. Vanaf nu zorg je ervoor dat je altijd een lat of een breinaald bij de hand hebt om de jeuk te verzachten. Douchen is lang niet zo comfortabel met een extra ballast en naar het toilet gaan is een uitdaging als je een gips om je gebruikshand hebt. Je wil zo snel mogelijk af van dat lomp ding want het is vervelend, je vel jeukt, het is zwaar, het begint op den duur te stinken en aan de uiteinden begint het te rafelen en af te brokkelen. Na nog een grondige controle en een eventuele RX-scan komt dan eindelijk het verlossende verdict van de dokter: “het gips mag er af”. Yes, hipperdepiep! Het afsnijden van het gedrocht kan nog even een spannend momentje zijn, vooral als dat met zo’n kleine cirkelzaag moet gebeuren. Daarna komt het lang verwachte moment: de voet, de arm, het been is weer vrij. Maar al bij het verlaten van de onderzoekskamer komen de eerste angsten en twijfels. Dat gips bood toch wel bescherming. Is mijn arm, been, voet nu wel bestand tegen de buitenwereld? Het voelt wel licht, er is letterlijk een last weggesneden, maar deze maakt nu plaats voor andere lasten. Je bent nog niet helemaal klaar om in één klap je leven terug om te gooien, hoewel je deze verandering verwachtte en wilde. Natuurlijk zal die eerste douche zonder gips fantastisch voelen, maar is het wel verstandig om al op die voet te gaan staan?
De oorzaak van de breuk zal je leven misschien voorgoed veranderen. De ballast die je een tijdje meesleurde, heeft je ook nieuwe vaardigheden en inzichten bijgebracht. Helemaal terug in de oude plooi val je wellicht nooit meer en de breuk moet nog verder genezen vooraleer je alles weer een beetje op orde hebt. Je moet nog een heel proces door, om ergens tussen de oude en nieuwe plooien je leven terug in balans te brengen. Voorlopig blijf ik achter mijn vensters zitten en kijk ik met stijgende verbazing naar de wereld die er nu helemaal anders uitziet en toch weer niet. Deze crisis legt pijnlijk de nadruk op wat altijd al verkeerd liep. Politici die draaien met het blazen van de wind en niet stilstaan bij de gevolgen van hun woorden en daden. Babylonische spraakverwarringen die epische vormen aannemen. Welles-nietesspelletjes die dodelijke gevolgen kunnen hebben. Haantjesgedrag dat de geloofwaardigheid van zij die ons hier doorheen zouden moeten loodsen ondermijnt.
Op één van mijn vensters zie ik hoe mensen elkaar een knuffel geven en ik schrik op. Maar het is fictie. Het beeld dateert van voor deze toestand. Het went sneller dan gedacht, dit nieuwe normaal. De ‘ratrace’ is grotendeels stilgevallen. Ineens moeten we niet meer allemaal tegelijk de file in, druk druk druk, stressen om nog meer en meer en meer. En zie, de wereld draait door. Het is niet ideaal maar was het dat hiervoor dan wel? De huidige maatregelen zullen stapsgewijs versoepelen en daar zullen we ons telkens weer aan moeten aanpassen. En wanneer het virus uitgezongen is, begint onze collectieve revalidatie.
Met vriendelijke groet,
Katty