Mijn venster op de wereld kijkt uit op een wei waar voor de dood van de boer, koeien graasden, ganzen paarden (liefst midden op straat), waar ze niet doodgereden werden door geduldige chauffeurs, maar later opgegeten werden door de vos. Door de bomen van de oprijlaan van het Kasteel Zwarte Arend, ontwaar ik in de verte het Wijnegem Shoppingcenter.
Het is mijn persoonlijke ‘Truman show’. Ik leef in een kunstmatige bubbel, opgelegd en gelimiteerd door de coronamaatregelen. Of ze ook opgeblazen is, zal later blijken. De shopping is een haard van krioelende virussen, waar ik al twee maanden niet ben geweest. Die periode valt samen met het uitblijven van de Albert Heijn folders. De Hollandse koopman is nooit spilziek geweest.
Behorend tot de kwetsbare ouderen, oogst ik momenteel geen bewondering voor mijn fiere gestalte en jonge uiterlijk. Integendeel, men heeft me ingedeeld bij de meelijwekkende zwakkeren, die als het ware al met één voet in het graf staan. Mijn hulp – mijn parel, zoals ik haar noem – mijdt mijn woonst en wordt daarin gevolgd door buren, vrienden en dochter. Dit alles voor mijn bestwil naar het schijnt. Hun afwezigheid oogst mijn dank.
De voedende navelstreng loopt rechtstreeks naar de media en wordt daar vertakt door facebook-, skype- en chatsessies. Mijn alles ontkennende houding uit ik door uitsluitend frivole bijdragen te posten, limericks en verzen op te hikken en het nieuws te mijden, dat zich alle dagen herhaalt in de opsomming van doembeelden en cijfers. Intussen blijf ik wel binnen, met als excuus een opspelende heup, waarvoor de voorziene minimale ingreep uiteraard is uitgesteld.
Boodschappen worden aan huis geleverd door hulpvaardige buren die zich geen vragen stellen bij de inhoud van mijn verlanglijstjes. Een deel daarvan vindt met regelmaat zijn weg naar de glasbak, die zich binnen mijn korte actieradius bevindt, de rest wordt gelijkmatig verdeeld over GFT, PMD en restafval.
Waar ik vroeger als alleenwonende zeer veel uithuizig was, verbaast het mij en mijn omgeving dat ik me wonderwel heb kunnen aanpassen aan de huidige levensomstandigheden. Het mondjesmaat verlengen van de quarantaine was te voorzien, maar de huidige voorspellingen op lange termijn op zijn niet bepaald hoopgevend. De suggestie dat ‘ouderen’ langer opgehokt zouden moeten blijven vind ik persoonlijk dan ook onaanvaardbaar.
Omdat ik onlangs heb geleerd dat je zelf in staat bent om je gelukshormonen – en dat zijn er vier in totaal – een boost te geven heb ik mezelf als doel gesteld bacchanalen te vermijden, verstandig te eten en mijn lichaamsgewicht naar beneden te brengen.
Blijkbaar is het stellen en bereiken van een doel al een manier om je dopaminepeil te verhogen.
En verdomme, het werkt.