Beste meneer Teirlinck,
Vergeef me mijn onwetendheid. Ik ken u bij naam omdat een studio naar u is vernoemd, maar ik wist niet dat u zoveel tijd bij uw venster heeft doorgebracht. U bent net als ik een brillend man, zag ik op een foto. Zet u hem ook af wanneer u van uw geschreven letters opkijkt om de diepte van het landschap in te duiken? Ik heb uw venstermijmeringen nog niet gelezen, waarvoor mijn excuses, maar heb ik het goed als ik vermoed dat u uw landschap niet alleen bekijkt maar ook bijeendroomt? Ziet u het bos dankzij alle bomen? Hoort u ook muziek in het gekwetter van de mussen en de buren? Worden de koeien van de boer een prairiekudde?
Dat overkomt mij nu eveneens. Ik zit noodgedwongen en langer dan ik ooit had durven denken bij mijn venster. Er waart een virus rond dat onvoorspelbaar om zich heen graait. U heeft dat al eens meegemaakt, toen u een aankomend veertiger was en de plaag niet uit het Oosten maar uit Spanje kwam. Heeft u toen ook uw handen zo vaak gewassen, dat ze op die van uw vader gingen lijken? Niesde u in uw elleboog? Snakte u ook naar een hand om te schudden of een borst om tegen de uwe te drukken? Is het misschien de herinnering aan die tijd die u naar uw venster dreef?
Ik zei daarnet dat ik bij mijn venster zit maar onder mijn venster is eigenlijk juister. We noemen dit een velux tegenwoordig. Ik mijmer zoals u niet weg in een landschap, maar in een eindeloos hemelschap. Immer in beweging, immer schuivende kleuren en glijdende vormen. Op vaste uren krijg ik het gezelschap van de zon, zoals vandaag, en warm ik aan één kant helemaal op terwijl de muur waar ik tegenaan kijk een vers laagje licht krijgt. Andere dagen razen donker en gutsend voorbij of blijven roerloos grijs. Dat is allemaal nooit anders geweest. Alleen, nu merk ik het op. Twee maanden vensteren hebben de klok afgeremd en me zo innig verstild dat alles buiten dit ik ongekend perceptibel is geworden. Kruipen uw verhalen uit de weiden en de akkers van uw vergezicht? De mijne vallen uit de lucht. Ik wist niet dat er zoveel mythe in de wolken woonde.
Nu ik u een beetje beter heb leren kennen, heb ik me voorgenomen om uw verhalen in me op te nemen. Ik beloof u dat ik u zal laten weten wat ze met me deden. Wie weet, misschien komen de mijne ooit tot bij u. Laat u dan ook iets van u horen? Schrijvers hebben dat graag. Ik weet dat.
Warme groet
Hans Fiers