Liefste buurmannen,
Het is zeven uur vierentwintig. Ook vandaag wandelt zij voorbij, stipt om zeven uur vierentwintig. Zien jullie haar ook? Gehaast en kordaat, elke dag dat beetje te laat. Zij kijkt rond en Ik kijk na. Zij loopt door en Ik sta stil.
Ik sta stil, samen met de wereld, maar zij loopt door, gehaast en kordaat. Als was het gisteren. Maar gisteren was zij nog omringd. Omringd door ‘minuut-te-vroeg-aan-de-bakker’, ‘slaapkop-die-wel-een-goede-beschermengel-moet-hebben’ en’ zij-die-toch-maar-dat-blokje-rond-rijden-om-het-geduld-van-de-schoolbel-op-de-proef-te-stellen’. Vandaag niet. Vandaag is het zij alleen, gehaast en kordaat. Ik hoop voor hem dat hij afbakcroissants uit de oven even lekker vindt, ik wens dat zij een uur langer slapen kan en ben blij voor de bel die even rust kreeg. Hopen en wensen jullie dit ook of benijden jullie hen?
Ik benijd de overbuur wiens ramen de weerspiegeling van de ochtendzon zo klaar weergeven. Zou hij een glazenwasser hebben? Waarom noemen mensen hem eigenlijk glazenwasser als het gaat over ramen? Wassen jullie ook zelf jullie ramen of hebben jullie ook een glazenwasser? Ik zou het de overbuur eens vragen, hoe hij het deed? Zijn ramen zo proper houden. Misschien moet ik een briefje in zijn bus steken met de vraag? Misschien moet ik gewoon eens roepen, dat heeft ook zo zijn charmes? Of misschien moet ik mijn vrije tijd gebruiken om de duif die mij elke ochtend wakker kirt, op te leiden en zo te promoveren tot postduif. Dat zou best bewonderenswaardig zijn, toch? Misschien kom ik zo wel in de krant? ‘Meisje temt haar buurtduif en tovert hem zo om tot lokale postbode’.
Oh en wat benijd ik haar, gehaast en kordaat, in de pas van haar structuur. Ik hou namelijk van structuur, zonder, ja zonder, word ik nogal onrustig. Mijn gedachten gaan dan van de hak op de tak. Ja, zij is mijn houvast in deze ongestructureerde, postduifloze wereld. Gehaast en kordaat. Om zeven uur vierentwintig. Missen jullie ook de structuur van de buitenwereld of worden jullie net gek van structuur?
Ook jullie moet ik het misschien allemaal maar eens vragen? Maar hoe? Jullie hebben geen brievenbus, mijn postduif zou zichzelf hoogstwaarschijnlijk bezeren met tegen jullie raam te vliegen want laten we eerlijk zijn, een duif gaat nooit zo geniaal worden dat hij het verschil ziet tussen een raam dat wel open kan en één dat dit niet kan (alhoewel de tralies hem een grote hint zou moeten geven natuurlijk). Misschien moet ik roepen dan? Maar ik ken jullie namen niet.
Ik heb het opgezocht, jullie zijn met 149 mannen. 149 mannen die ooit de pas binnen deze structuur verloren zijn. Mag ik jullie vragen hoe je mijn buurman geworden bent? Een antwoord hierop zou namelijk veel professoren en geleerden de mond snoeren en nu ja, het zou mij ook ineens de winnaar van dit eeuwige debat maken. Hebben debatten eigenlijk winnaars en verliezers? Zoja, wie zijn jullie dan in dit debat? De winnaars of verliezers?
Misschien is het toch wel degelijk de moeite om eens wat betere contacten te leggen met de duif. Wat is het mogelijke verlies van één buurtduif ten opzichte van de kans op antwoorden op al deze vragen. Een onmisbare kans als je het mij vraagt? Kom! Duif? Pootje! Hallo? Zit! Hallo? Rotbeest. Nu ja, kansrekenen was nooit mijn beste vak en bovendien weet ik niet of het met voorbedachten rade duiven tegen al-dan-niet gewassen ruiten laten vliegen strafbaar is. En dat is wel degelijk een kans die ik niet wagen ga.
Alhoewel… Het zou me natuurlijk wel meteen niet langer jullie buurvrouw maken, maar ineens jullie huisgenoot. Zou ik het jullie dan mogen vragen? Wat jullie bracht tot deze misdrijven? Zouden jullie dan kunnen antwoorden? Alsjeblieft? En als we dan toch eindelijk in gesprek treden: denken jullie dat deze pandemie een globale straf is? Zoiets als een straf van een God met rechterlijke macht? Om na te denken over waar het fout ging. Werkt dat voor jullie, dat nadenken? Of worden jullie ook steeds afgeleid door Harry Potterfilms, het zoveelste recept om zelf brood te bakken en de nieuwste app die je vertelt dat deze quarantaine hét moment is om aan jouw summerbody te werken?
Goed. Ondertussen is het zeven uur achtenveertig, is zij vast al op haar bestemming aangekomen en zijn glazenwassers hoogstwaarschijnlijk even technisch werkloos als ik. En als duiven niet in staat zijn post te leveren, zijn ze al helemaal niet geschikt om ramen te wassen. Tijd om dan maar zelf aan de slag te gaan en het idee om in de krant te komen met de eerste postduif op te bergen. Ergens in een van die dozen die ik erna ook maar eens moet uitmesten.
Met lieve groetjes,
De buurvrouw
(Behalve voor jou, overbuur van driehoog, het was wel degelijk de postduif die dat vrijwel ongecensureerd, licht erotische bericht in je bus stopte)