Twee Hoog
vandaag
is het de straat
die ons scheidt
twee hoog turen we
door onze vensters
bij elkaar binnen
in m’n dromen
spannen we een koord
en dansen om de beurt
alsof we elkaar
voor ’t eerst beminnen
Het Zomert
half twee ’s nachts
languit keuvelen ze
samen apart
op het dakterras
acht uur
met open vensters
maken we ruzie
over kleinigheden
die steeds groter worden
negen uur
vrijuit start hij
zijn zeurende slijpschijf
tien uur
men verwacht 22 graden
het zomert
rond onze voorschoot
van een hof
daar
komt ze aangerold
met haar trolley
houdt halt
en maakt een foto
van de boom van onze overburen
zo zie je maar
als je onderweg bent
kijk je anders naar de dingen
alles is het bezien waardig
zelfs de boom van onze overburen
die hier
dag in
dag uit
staat
en dan zie ik het
zij is een Japanse
en de kerselaar
een onverhoeds vleugje thuis
hier voor haar