“Hey”
Door Raïsa Qvick

<- Terug

Hey Herman,

“Hey”, dat is hoe we mekaar tegenwoordig begroeten. En om eerlijk te zijn, Herman: een brief is ook niet meer van deze tijd. Whatsappjes, e-mails, Facebookberichten en zelfs snaps en Tik Tok video’s zijn tegenwoordig in. Ik bespaar je de details. Wie nooit een smartphone heeft gezien, zou het toch niet snappen.

Maar die brief, ik moet het je toch eerlijk geven: het heeft z’n charme. Ik leg je uit waarom. Als ik uit mijn raam kijk, Herman, zie ik witte lakens voor de ramen. Ze zijn bedoeld als teken van medeleven, respect, verbondenheid. Het zijn stille getuigen van ons hedendaags verdriet, een actuele paniek, een pijn die ons dwingt stil te staan.

We zijn verwend, Herman. Je zou het hier niet meer herkennen. Grote bakstenen huizen, blinkende auto’s – waarvan twee stuks op elke oprit -, dure gadgets – excuseer me voor alweer een raar woord – en hippe kleren waarmee we elkander maar al te graag imponeren. Je kan er het uitzicht vanuit jouw raam maar amper mee vergelijken.

En weet je wat het gekste is? We zijn zo verwend dat we het lange tijd zelf niet meer zagen. Onze hedendaagse besognes deden het prachtige uitzicht uit ons raam volkomen vergrijzen. Smog, burn-out, klimaatopwarming, racisme, ongelijkheid, eenzaamheid… ze vertroebelen ons o zo mooie bestaan. Sorry als je nog niet zo bekend bent met smog en burn-out. Het zijn de nieuwste telgen van onze hedendaagse maatschappij.

Maar goed, Herman, ik wijk af. Ik stond op het punt je te vertellen over de witte lakens en de reden dat ik stiekem wel blij ben dat je me vroeg om een brief te schrijven. Weet je, de enige brieven die ik sinds mijn volwassendom nog ontvang zijn facturen, boetes en briefjes van Bpost (De Post van vroeger) om te melden dat ik afwezig was toen ze mijn pakje wilden bezorgen. Nog zo’n jonge telg, maar dan een populaire.

Het doet me deugd nog eens een echte brief te schrijven, aan een echte mens. Misschien ontstaat er wel een mooie pennenvriendschap tussen ons, Herman. Ik zie het al helemaal voor me: jij die een witte duif op me afstuurt terwijl ik, met een beetje hulp van een teletijdmachine of van Lieven Scheire (ik introduceer jullie later wel), mijn enveloppe in jouw lokale postkantoor tover. Ik wil hem gerust nog voor je dicht likken. Een vleugje nostalgie.

Herman, jij hebt de Oorlog meegemaakt. Beide stuks zelfs. En dat op een leeftijd waarop je het later helaas niet meer kon vergeten. Jij hebt de Oorlog echt beleefd en geproefd in al z’n bitterheid. Oneindig veel respect daarvoor. Lange tijd kon ik me niets bij zo’n leven voorstellen dat het ook maar genoeg eer aandoet. Ja, er zijn musea, films, theaterstukken en boeken. Die geven best een goed beeld van hoe het er toen aan toe ging. Ook de verhalen van oma en pépé krijgen me telkens terug stil.

Maar hoe jullie zich toen voelden? Zo’n algehele paniek beleven, een vrees voor je leven en tegelijk je dood, een gevoel dat werkelijk iedereen rondom verbindt en tegelijk beangstigt? Nee, dat was me vreemd. Tot nu.

Je hoeft je niet om te draaien in je graf, Herman: er is geen nieuwe oorlog. Althans niet in ons mooie Belgenland. “Wat is er dan wel, mijn lieve kind?”, hoor ik je denken. Wel, er huist een sluipmoordenaar in onze contreien. In de hele wereld eigenlijk want hij is letterlijk overal. Corona is de naam, COVID-19 zoals de hogervermelde Lieven het zou verwoorden. Meedogenloos mag je hem gerust noemen (Corona, niet Lieven. Uiteraard). Hij is er altijd en overal. De dood die erop volgt is soms snel, soms traag, vaak pijnlijk maar vooral extreem eenzaam.

Mensen sterven niet samen in de loopgraven maar alleen in een ziekenhuisbed. Begeleid door een imposant staaltje techniek en verpleegkundigen en artsen die niet weten naar wie eerst gekeken. Het is triest, Herman.

Maar in onze hypersnelle wereld van technologie, egoïsme, carrière en digitale sociale contacten staan we nu eindelijk stil. We kijken met z’n allen terug naar buiten. Starend naar dat witte, wapperende doek aan de overkant van de straat. Een teken van leven. Een teken van respect. Een teken van verbondenheid. Een stille “ik weet het, het is verschrikkelijk, ik voel het ook”.

Laat mijn brief aan jou ook zo’n wit laken zijn. Een witte vlag, een nieuwe start. Een bewijs dat barre tijden soms het beste in een mens naar boven halen. Met deze bijzondere gedachte wil ik mijn eerste schrijven aan je graag afronden. Dan rest me enkel nog je de groetjes te doen, Herman. Want ja, zo gaat dat tegenwoordig.

Groetjes!

Raïsa

<- Terug