Het jaar 2020 neemt een start met het coronavirus in China, onheilspellende berichten bereiken ons. Als een tsunami is Noord-Italië aan de beurt en gans Europa volgt, het is plots geen ver-van-mijn-bed-show meer. Wereldwijd zet het virus zijn tentakels uit en plots zitten ook wij in België met een lockdown.
Noodgedwongen vertraagt alles, we moeten in ons kot blijven, letterlijk, zo zei de minister. Onze bewegingsvrijheid wordt beperkt, het geeft ons een gevoel dat niets nog mag. We worden verplicht de buitenwereld te bekijken uit een kleine hoek of van achter het raam, machteloos ondergaand hoe de wereld stilvalt. Amper één auto passeert door de anders zo druk bereden straten. Het gedreun en het zoemen van de nabijgelegen snelweg is uitgeschakeld. Het televisienieuws geeft enkel onheilspellende berichten over de slachtoffers van het virus en de vele overlijdens in binnen- en buitenland, vergezeld van de mededeling hoe machteloos de geneeskunde is. Het virus is onbekend en er wordt koortsachtig gewerkt aan een vaccin.
Het kijken wordt staren, tot we plots zien hoe de takken van de haagbeuk wiebelen onder het gewicht van de flirtende mussen. Met hun getsjilp verkondigen zij dat het lente is, dat ze een nest willen maken. Kikkers in een naburig aangelegd vijvertje voegen chaotische klanken toe, als door het dolle heen. Bij hen valt de wereld niet stil.
In een ander hoekje duiken merels op het grastapijt en nemen ze positie naast de knalgele paardenbloemen. Ze pikken in de bloemen, waarbij hun oranjegeel bekje een vertederde kleurschakering geeft van kleine stipjes geel en minuscule dopjes oranje. Het is als een schilderij.
De zon vrolijkt de boel op en veel wandelaars, niettegenstaande de opgelegde afstandsbewaring, koesteren zich in de zonnestralen en genieten van en herontdekken ontspanning in de natuur. Bijna elke dag zie je dezelfde mensen voorbijwandelen, meestal herkenbaar aan de labrador, de border collie, soms een poedel of Lassietype uit de gelijknamige film, welke een schotse herdershond is. Braaf wandelen ze naast hun baasje. Soms gaan ze, ter afwisseling, in de omgekeerde richting. Waarbij ik me de vraag stel, waar komen die wandelaars allemaal vandaan? Nooit gezien, wel leuk.
Veel fietsers en mountainbikers hobbelen ook voorbij, wel rekening houdend met beperkte afstand, ook in kilometers, hoop ik toch. Stilaan past iedereen zich aan, of niet.
Ik kijk naar buiten en mijmer, dat is wat oude mensen doen, zegt men. Niet over het verleden doe ik dat, dat is voorbij, ik weet wat er gebeurd is, ik heb ermee geleefd en heb beleefd hoe vanzelfsprekend exuberant onze leefwereld werd en hoe marketing die leefwereld dicteerde. Maar ik mijmer ook over de toekomst, over de jonge mensen die de digitalisering, de maatschappelijke en economische evolutie met al hun creativiteit het hoofd zullen moeten bieden en veel zullen moeten heruitvinden. Noodgedwongen in het gezelschap van dit venijnige coronavirus en de weinig opbeurende sociale media, om te herrijzen uit de lockdown.
Ik mijmer verder, hoor motorgeronk, en kijk, hoog in de lucht komt een vliegtuig overgevlogen.
Ghislaine Deridder