Herman, vandaag is geen dag om buiten te komen. Het regent zo hard dat zelfs de vensters liever dicht blijven. Ik heb een stoel gepakt en voor het venster gezet dat uitkijkt op de grote achtertuin. Of nee, noem het maar een veld. Er staan verschillende soorten fruitbomen, verdeeld over het veld. Als je één keer door de tuin zou wandelen en van elke boom een vrucht zou plukken, dan heb je genoeg te eten.
Hun bladeren vangen moedig de regen op, maar de droogte eronder duurde niet lang, het is te veel. Ze hangen door en verliezen dikke druppels. De wind weet niet welke richting het wil opgaan, het draait en keert. Helemaal achteraan staat een klein bos van beuken, daar zie ik soms konijnen lopen. Nu niet, ze blijven net als ik liever binnen, in hun hol. De stoel kraakte wanneer ik erop ging zitten, net als de vloer. Het huis is niet gemaakt van stilte. Dat vind ik niet erg, zo lijkt het alsof het leeft.
De regen heeft mijn plannen in zijn macht, het wordt een dag om binnen dingen te doen. Er zijn veel mogelijkheden: lezen, kuisen of zelfs gewoon zitten. Dat is ook iets doen. Wel, ik ga vandaag zitten, voor dit venster. Kijken hoe de bomen doorhangen terwijl de vruchten glimmen van nattigheid. En wachten tot de konijnen weer uit hun hol komen. Ik hoop dat het bij jou beter weer is, Herman.